vrijdag 7 juni 2024

Dag 12: Donder in de bergen, 20.5 km

Het vele drinken van gister maakte dat ik vannacht, oh gruwel, moest plassen. Ik vond het niet passend om dat stiekem achter mijn tentje te doen op de heilige grond van de moskee in een land waar ze al schrikken van een bloot been. Ik moest dus naar dat donkere stinkhok (de verlichting werkte niet), terwijl de straathonden, in een nachtelijke strijd verwikkeld, blaften, gromden en huilden als wolven. Ik bad in stilte dat het hekje van de omheining goed dicht was en ze mij niet als een welkome vreemde prooi te grazen zouden nemen. Maar het ging goed. 

Vanmorgen om 6 uur(!) werd het startschot van de dag gegeven (Harry liep zingend langs de tenten) en was het tijd om op te breken. De nachtmerrie van iedere kampeerder: een natte tent inpakken, want het had 's nachts geregend. Maar om half acht was het terrein dan tóch weer leeg. 

Vanmorgen vroeg waren ze de markt aan het opzetten. Kijk wat een meloenen! Verkoop direct vanuit de laadbak. 

         Ook vandaag weer veel 'duinrozen'

Sedat en Iris hadden vandaag ieder een pot verf mee, rood en wit om de route te markeren. 

Vandaag leidde de route ons vanuit het dorp de bergen in. We kwamen de hele dag geen dorpje tegen, één en al natuur. We moesten heel wat klimmen, twee 'bergen' over. Het was al gauw weer net zo warm als de vorige twee dagen. 


Ik liep vandaag ook stukjes los van de groep, heerlijk in kadans. Als ik stil hield, hoorde ik het gegons van de bijen bij de rozen en het gezang van de vogels rondom. 

Na de eerste berg bereikten we een stuwmeer, aangelegd als watervoorraad voor de landbouw. Karin en Harry lopen altijd snel en maakten van hun voorsprong gebruik om een stukje te zwemmen. 

                     Lunch in de berm

We kwamen een kudde geiten tegen met herder en hond, gelukkig was Mehmet dichtbij. Raad eens hoe oud die herder is. En waarom dat geweer? 

En toen sloeg het weer om. Eerst gerommel in de bergen en toen ging het regenen. Het gedonder kwam steeds dichterbij en hield lang aan, maar het bleef bij weerlicht zonder bliksemschichten dichtbij, dus niet écht eng. Gelukkig had ik mijn poncho mee, dus bleef ik droog, maar het werd wel koud! Toen het te gek werd, schuilden we met z'n drieën bij een picknickbank. Met soppende sokken liepen we de laatste 4 km langs de weg naar het logeeradres van vandaag. 

De zon brak na de regen weer door toen we aankwamen en droogde onze schoenen op het muurtje van de begraafplaats aan de overkant

Na de nodige verwarring over de kamers waar geslapen zou kunnen worden, vonden we allemaal een plekje. Ik lig met twee anderen op een kamer, in mijn slaapzak op een matrasje op de grond.

Het is een bijzondere ervaring om zo gastvrij onthaald te worden, bij de maaltijd op de grond te zitten en thee geschonken te krijgen in kleine glaasjes. 
En nu zijn we allemaal moe en gaan we heerlijk slapen. 

PSDeie herder was pas 45 jaar, ik schatte hem op 60! Dat is de keerzijde van een bestaan in de natuur. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten