Páramo is een neotropisch alpine ecosysteem in het hoge deel van de Andes, tussen de boomgrens op ongeveer 3500 meter hoogte en de sneeuwgrens op ongeveer 5000 meter hoogte. Wikipedia
Naarmate we hoger kwamen vielen twee zaken op:
- Steeds vaker droegen de mensen die we langs de weg zagen lopen wollen(?) poncho's, (want hoe hoger hoe kouder)
- Daar waar wij in de bergen gewend zijn dat er steeds minder bedrijvigheid is en er alleen nog koeien in de alpenweides lopen, nam hier de kleinschalige landbouw toe, vooral aardappelen én....aardbeien! Velden vol in keurige rijen! Dat verwacht je toch niet in de bergen! Deze streek is beroemd om zijn 'fresas con crema'.
We zagen onderweg aardbeienvelden waar plukkers met manden op hun zij gebogen aan het werk waren, net als de theepluksters die ik met Marcel in Sri Lanka op de theeplantages zag.
Maarten had op internet foto's gezien van een bergmeer, maar de route ernaartoe was onduidelijk. Dolend door de bergen stapten twee vrouwen bij ons in voor een lift, ze wezen ons de goede kant op, maar begrepen niet waarom wij die gure koude vlakte op wilden. Er bleek later dan ook geen sterveling te zijn.
We kwamen op wegen waar Google Maps geen weet van heeft en de weg werd steeds slechter begaanbaar, onverhard met diepe kuilen, maar gelukkig zijn ze de Costaricanen wel wat gewend.
Daar waar we niet meer verder konden met de auto, líepen we verder naar boven over rotspaden, deze keer ging het makkelijker dan gister, de stenen waren minder glad (want geen bomen, dus geen mos) én ik had mijn stok.
En plotseling hielden de struiken op en kwamen we op de Páramo, liepen we op 3600 meter hoogte en vingen we vól de wind. We hadden ons goed ingepakt met laagjes kleren, Luuk droeg mijn windstoppertje, Abel mijn sjaal en ik bleek niet voor niets al twee weken mijn donzen jasje met me mee te slepen.
De Páramo is geen kale rotsvlakte, zoals bij 'ons' in de Alpen, maar is begroeid met verschillende grassen, kleíne vetplanten en bloeiende agaves (óók een vetplant).
En toen zagen we het meer!
De tocht: onderweg met de auto steeds minder bomen, steeds smallere en slechtere wegen, klimmen tussen de struiken, klauteren over rotspaadjes en dan: de euforie, het doel bereikt!
Ook al is het een bekend verloop, het blíjft fascinerend.
Het was guur, bewolkt weer met een ijskoude, snijdende wind op die vlakte. De koppen stonden op het water van het meer, dat op een zonnige dag rustig de blauwe lucht zou weerspiegelen.
Als bloglezer voel je als de foto's ziet niet de snijdende wind en de capuchon die we vast moesten houden, de verbijstering bij het zien van die bizarre begroeiing en jullie horen niet de herrie van de wind in onze oren. Foto's schieten altijd te kort, maar geloof me, het was héél gaaf!
We zochten een beschut plekje en werden getrakteerd op een stevig stuk cake uit de rugzak, een genietmomentje, allemaal samen op die onherbergzame hoogvlakte.
's Middags brak de zon door, speelden de kinderen heerlijk buiten op de berg bij ons huis, gingen Maarten en Hanneke nog even vogelen bij het meer en rustte ik heerlijk uit.
We hebben voor het eerst in 10 dagen de luxe van WiFi in ons huisje, dus fijn de zaterdagkrant, een podcastje en toegang tot wat we maar willen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten