Gisteravond had ik mijn eerste gezamenlijke pelgrimsmaaltijd, we aten vegetarische Fabada, Asturische bonensoep met rode en witte bonen, knoflook, ui, paprika en pepers. Die ga ik zeker thuis eens proberen te maken.
In de albergues krijgen we elke dag een stempel in ons pelgrimspaspoort. Craig, de hospitalero, heeft een stempel laten maken met de afbeelding van Jezus die zijn kruis draagt en daarbij gesteund wordt door Simon. Hij ziet het als zijn taak pelgrims te steunen op hun weg naar Santiago. Hij bedoelt het als evangelist waarschijnlijk zuiver, maar ik vind het best oneerbiedig om de blije pelgrim met een ter dood veroordeelde Jezus te vergelijken.
De albergue staat in een klein, nauwelijks bewoond gehucht in the middle of nowhere. De paar huizen die er nog staan (de meeste zijn ingestort) worden alleen in de zomer bewoond als vakantiehuis van stedelingen. In de winter is het echtpaar er met één andere bewoner. Brrr, in de kou, met 's nachts huilende wolven buiten!
Plotseling sprongen twee herten vlak voor me over het pad, ze stonden even stil, keken me aan en verdwenen het bos in. Magisch moment!
Ik ben er inmiddels aan gewend om nu en dan zonder ontbijt te vertrekken, vanmorgen was er Nescafé met biscuitjes en daar liep ik de hele dag op.
Het enige barretje onderweg was gesloten (en daar ben ik inmiddels óók aan gewend!) Van de verkoper in een rijdend winkeltje daar de gehuchtje langsrijdt, kreeg ik onderweg een grote sappige sinaasappel cadeau.
Het tweede deel van de etappe voerde over een soort heidelandschap.
Ik was op tijd om een plekje in de albergue te bemachtigen. Mijn spullen liggen daarbinnen, maar we zijn inmiddels onbedoeld buitengesloten. Een potige, boze Duitse pelgrim zit nu de frêle Fransman op te wachten, die de sleutel waarschijnlijk heeft meegenomen.
Ik wacht de verdere ontwikkelingen af in het lokale restaurantje.
Hopelijk komt het niet tot een handgemeen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten