Vanmorgen aten we plat brood met hummus, yoghurt, marmelade en een ander onbestemd goedje én thee natuurlijk.
We kregen een nieuwe gids voor de trail, Omar, hoe Arabisch wil je het hebben!
We kregen een nieuwe gids voor de trail, Omar, hoe Arabisch wil je het hebben!
We werden met de auto afgezeten zagen voor ons het diepe dal, waar we vandaag doorheen zouden gaan lopen. Eerst een afdaling van bijna 2000(!) meter over rotspaden met losse stenen, als Omar dacht dat het te spannend voor me werd kreeg ik een stevige hand die me door gevarenzone loodste, aan de ene kant fijn en veilig, aan de andere kant vond ik het lastig om me te laten helpen, ik wil toch ook weer nog geen hulpbehoevende bejaarde zijn (maar eerlijk is eerlijk ik word minder soepel en daal krampachtiger dan twintig jaar geleden!)
De uitzichten waren prachtig, de verschillende kleuren bruin en oker van de rotsen, de canyonachtige bergen, ieder moment waren we ons bewust van het voorrecht dat we dit kunnen meemaken, met dank aan papa en mama van wiens centjes we deze reis maken.
Toen we beneden in de vallei kwamen liepen we langs een drooggevallen rivier. In de winter vult die zich met regenwater en in de zomer is ie droog. Als een slinger loopt er daar een band van groen met bamboe, struiken en prachtig bloeiende oleanders.
Toen we beneden in de vallei kwamen liepen we langs een drooggevallen rivier. In de winter vult die zich met regenwater en in de zomer is ie droog. Als een slinger loopt er daar een band van groen met bamboe, struiken en prachtig bloeiende oleanders.
Rond koffietijd rusten we in de schaduw van een boom en begon Omar wat hout te sprokkelen waarmee hij een vuurtje aflegde om thee te maken! Ik een herder die we onderweg tegenkwamen die niets bij zich had, zat met een potje thee naast een vuurtje. Een heilig drankje hier!
Even schaduw pakken
Even schaduw pakken
We hoefden alleen ons water in de rugzak te dragen, de rest ging met de pick-up mee. Het was vier liter (lees 4 kilo!) de man, als je nagaat dat mijn gevulde Camino rugzak zeven kilo weegt, is dat dus best veel.
Maar ik was zo energiek, ik vóelde mijn rugzak niet eens, het dalen en lopen kostte me geen enkele moeite en ik was aan het eind van de dag normaal vermoeid.
Suus maakte een foto van me, ik zie zelf ook hoe blij ik er op sta. Ik voel me ook helemaal vrij en sta open voor alle indrukken nu.
Niet het beeld van een treurige, gescheiden vrouw, maar van een blikje, bevrijde vrouw. Ik hád de vrijheid, ik nám die ook, maar ik kon mijn vrijheid niet vóelen.
De lunch was ook een heel ding. Suus werd aan het snijden van de ui, de knoflook en een berg tomaten gezet, Omar maakte weer een vuurtje en maakte er een heerlijk gerechtje van, dat we met plat brood (waarvan ik de naam niet kan onthouden) aten en.... kopje thee toe natuurlijk!
Na de steile afdaling was de weg wel hobbelig, maar niet moeilijk. Aan het eind van de vallei (Wadi Malaga) was een bedoeïenen dorp met verspreid staande tenten, een stenen school en een gebedhuis.
We rustten uit op matrasjes bij de tante van Omar, die zelf ook in een bedoeïenendorp verderop woont. We kregen er yoghurt, gemaakt van haar geiten/schapen, daar maken ze hier blijkbaar geen verschil tussen. Het was zuur, klonterig met een onmiskenbare geitensmaak en erg vies, we dronken het niet te gulzig op uit angst dat we dan nog een glaasje aangeboden zouden krijgen.
Aan het eind van de middag bereikten we onze kampeerplek, we werden er opgewacht door drie(!) man, de chauffeur van de bagage- en fourageringsauto, een kok en een tandeloze man die hulpje was van de anderen (hij wapperde bijvoorbeeld voortdurend vliegen weg bij de watermeloen, net zolang tot we die op hadden). Ze blijven allemaal slapen ook, in de auto en op een matje, zonder tent.
We werden rijkelijk voorzien van water en meloen, konden douchen in een momenteel onbewoond tentenkamp een stukje verderop en nadien uitrusten op matrasjes in de schaduw van een boom, terwijl de kok zijn houtvuur inmiddels had aangestoken en aan het eten was begonnen.
We werden om zeven uur een heuvel op gedirigeerd om de zonsondergang te zien, nadien aten we en sliepen we in een koepeltentje met uitzicht op de prachtige rotsen om ons heen én met de sterrenhemel boven ons.
Het is allemaal té mooi voor woorden.
Maar ik was zo energiek, ik vóelde mijn rugzak niet eens, het dalen en lopen kostte me geen enkele moeite en ik was aan het eind van de dag normaal vermoeid.
Suus maakte een foto van me, ik zie zelf ook hoe blij ik er op sta. Ik voel me ook helemaal vrij en sta open voor alle indrukken nu.
Niet het beeld van een treurige, gescheiden vrouw, maar van een blikje, bevrijde vrouw. Ik hád de vrijheid, ik nám die ook, maar ik kon mijn vrijheid niet vóelen.
De lunch was ook een heel ding. Suus werd aan het snijden van de ui, de knoflook en een berg tomaten gezet, Omar maakte weer een vuurtje en maakte er een heerlijk gerechtje van, dat we met plat brood (waarvan ik de naam niet kan onthouden) aten en.... kopje thee toe natuurlijk!
Na de steile afdaling was de weg wel hobbelig, maar niet moeilijk. Aan het eind van de vallei (Wadi Malaga) was een bedoeïenen dorp met verspreid staande tenten, een stenen school en een gebedhuis.
We rustten uit op matrasjes bij de tante van Omar, die zelf ook in een bedoeïenendorp verderop woont. We kregen er yoghurt, gemaakt van haar geiten/schapen, daar maken ze hier blijkbaar geen verschil tussen. Het was zuur, klonterig met een onmiskenbare geitensmaak en erg vies, we dronken het niet te gulzig op uit angst dat we dan nog een glaasje aangeboden zouden krijgen.
Aan het eind van de middag bereikten we onze kampeerplek, we werden er opgewacht door drie(!) man, de chauffeur van de bagage- en fourageringsauto, een kok en een tandeloze man die hulpje was van de anderen (hij wapperde bijvoorbeeld voortdurend vliegen weg bij de watermeloen, net zolang tot we die op hadden). Ze blijven allemaal slapen ook, in de auto en op een matje, zonder tent.
We werden rijkelijk voorzien van water en meloen, konden douchen in een momenteel onbewoond tentenkamp een stukje verderop en nadien uitrusten op matrasjes in de schaduw van een boom, terwijl de kok zijn houtvuur inmiddels had aangestoken en aan het eten was begonnen.
We werden om zeven uur een heuvel op gedirigeerd om de zonsondergang te zien, nadien aten we en sliepen we in een koepeltentje met uitzicht op de prachtige rotsen om ons heen én met de sterrenhemel boven ons.
Het is allemaal té mooi voor woorden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten