Op zondag was ík met Marcel in Tivoli Vredenburg (nog een verjaarscadeautje voor Marcel) voor het Weihnachts Oratorium in een matineevoorstelling (of kan je dat niet zo zeggen bij een concert?🤔). We hadden een mooie plek met goed zicht op het koor.
Op de achterste rij stond tussen de bassen een man, die heel veel leek op wijlen schoonvader Guus. Dat was een wat stille man, die áls hij sprak vooral ontevreden was over de wereld met starre VVD opvattingen, die hij te pas en te onpas inzette. Het was zó bijzonder om die look-a-like zo ontspannen, blij en vol overgave te zien zingen, zo hélémáál niet passend bij de man die ik me herinner. Hoewel, hij kon wél verzachten en ontspannen bij de stemmetjes en opmerkingen van onze toen nog jonge kinderen.
Verder keek ik mijn ogen uit naar de enorme luit en al die houten blaasinstrumenten, die een ander en warmer geluid geven dan de gebruikelijke metalen en koperen fluiten.
Heerlijk als je zó kunt zingen als de verschillende solisten deden, hun stemmen vulden de Grote Zaal met gemak.
Gisteravond was ik met Gerard en Jeanette naar de operette 'die Fledermaus' van Johann Strauss in het Muziektheater in Amsterdam. Hoe héél anders was dát.
Ik heb nog nooit zó'n bizarre avond meegemaakt. In zo'n muziektempel luister je normaalgesproken naar serieuze muziek en kijk je naar elegant klassiek ballet. Nu heeft een operette natuurlijk een luchtiger karakter met overdreven toneelspel en kolderieke misverstanden, maar zoals deze Fledermaus was geregisseerd ging iedere verbeelding te boven.
Eerst dansten een zwerm balletdansers en danseressen in prachtige vleermuispakken op de krachtige ouverture, maar al snel volgden er een aantal kolderieke scenes en vulde het podium zich met een bijzonder bont gezelschap van zangers, dansers en figuranten (ik telde er meer dan 50!), gekleed in uitbundige kostuums waaronder veel als vrouw verklede mannen, het leek wel een travestietenshow.
De tweede akte eindigde met talloze neerdalende kroonluchters, waaraan één van de solisten als een acrobaat over het toneel slingerde.
Er was een heel knap en grappig deel met een tapdansende gevangenisbewaker, die heel geestig de interactie met het publiek zocht en vond. Zijn interactie met de dirigent en het orkest en de manier waarop zijn bewegingen met de muziek speelden was ook een vondst.
De recensies in de kranten waren wisselend, de recensent van de Volkskrant kon de humor en de excentrieke keuzes niet waarderen, die van andere kranten vonden het juist subliem.
Ik hoorde Gerard naast me af en toe hardop lachen. We hebben met verbazing gekeken en genoten van de prachtige muziek, de stemmen én alle gekkigheid die zich voor onze ogen afspeelde.
Een spectaculaire avond! We hebben genoten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten