Gisteravond maakten we een bizar avontuur mee. We wandelden naar het Treinstraatje, dat is een smal straatje waar het spoor door heen loopt. Er is geen druk treinverkeer, ca 12 x per dag komt er een trein doorheen gedenderd. Dit is voor toeristen zó'n bizarre gebeurtenis, dat er links en rechts langs het spoor talloze cafeetjes zijn.
Eerst hadden we de gekke gewaarwording van het ongestraft wandelen over het spoor en net toen we ons met een biertje geposteerd hadden op een stoeltje langs het spoor, werden plots in alle cafeetjes de stoeltjes opgeklapt en naar binnen gehaald. We werden iets naar achteren gesommeerd en even later kwam luid claxonerend de trein vlák voor onze voeten langs gedenderd. Het is een wonder dat daar nooit doden bij vallen! Zeker als je ziet dat er altijd wel iemand is, die nog snel even oversteekt.
Het reizen in een groep is compleet anders dan met zijn tweeën. Ik denk dat dat komt, omdat je deel uit blijft maken van een Nederlandse bubbel, waarin je sociaal moet/wilt opstellen, je verdwijnt minder in het land waar je bent, maakt er minder deel van uit, zoiets.
Nog zo iets. In de bus heeft ieder een bankje voor zichzelf, maar sommigen lullen de hele tijd door met mensen voor en/of achter zich. Vanmorgen maakten we een flinke rit naar Halong Bay en kwam ik als sandwichbeleg terecht tussen twee spoor-/treinfanaten in, dat had ik best willen missen!
We werden door een parelkwekerij heen gedreven, waar we zagen hoe ze levende, geopende kweekoesters maltraiteerden door er met een pincet een piepklein kogeltje in te brengen als kern, om er een paar jaar(!) later een parel uit te kunnen oogsten. Dat is toch eigenlijk niet meer van deze tijd! Het wekte bij mij dan ook geen gevoelens van bewondering of hebzucht op en dat is maar goed ook, want OMG wát een prijzen.
We werden met een boot de Halong Bay (=Baai van de Neergaande Draak, hoe oosters wil je het hebben!) ingevaren naar een luxe boot, waar we de rest van de dag én de nacht zouden blijven. Deze baai is beroemd om zijn bizar steile, bulten van rotsen die uit het water opstijgen en zo 3000 onbewoonde eilandjes vormen en dat is zó bijzonder dat de baai op de werelderfgoedlijst staat en geldt als één van de zeven natuurlijke wereldwonderen.
Die tocht was práchtig.
Op de boot moest iedereen zijn kamer delen, maar ik kreeg als the old lady van de groep de grand de luxe room met badkamer, tweepersoons bed en een uitzicht op de rotsen. Kort nadien gingen we varen. Even later zittend op het dek was het hele plaatje zo mooi: een práchtig schip, de omgeving zó overweldigend met steeds voorbij bewegende rotsen om ons heen.
Het enige wat ontbrak was/waren de blauwe luchten (welke persoonsvorm moet ik hier nu gebruiken grote broer? 🤔)
Na de heerlijke Vietnamese lunch (amuse en 4 gangen!) werden we in een roeibootje rondgevaren langs een op plastic vaten en bootjes drijvend vissersdorpje van het soort dat wij als toeristen schattig en authentiek vinden, maar wat gewoon hartverscheurend armoedig en vervallen was. Ik denk dat jullie allemaal de gêne herkennen die samengaat met nieuwsgierigheid en verbazing.
We kregen een demonstratie springrolls maken, waar heel traditioneel alleen de vrouwen op af kwamen, we gingen voor anker, dronken een drankje op het dek en zaten 's avonds al wéér aan tafel voor een uitgebreid buffet met barbecue.
Wat een luxe! Maar, ........geen internet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten