In mijn eentje naar de film ga ik wel vaker, ik bezocht ook een paar keer een concert in mijn uppie, maar naar een theater ga ik eigenlijk altijd met iemand samen.
In december kwam de voorstelling 'Marcel van Roosmalen en Eva Hoeke Zandweg 17 Wormer' op mijn telefoontje voorbij en kocht ik één kaartje, omdat ik niemand in mijn omgeving kon verzinnen die er iets in zou zien om mee te gaan, want wie zíjn dat?
Eva Hoeke schrijft al een aantal jaar een column in het Volkskrant Magazine, de weekendbijlage die ik trouw lees. Zij is de dochter van Rob Hoeke, de muzikant van wie ik me herinner dat hij in de tijd dat ik puber was twee(?) vingers verloor bij geknutsel aan zijn auto, wat vrij dramatisch was voor een pianist, maar dit terzijde.
Ze schrijft in haar column over haar leven, waarin ze in de afgelopen jaren drie dochters kreeg en het gezellige drukke Amsterdam verruilde voor een oud schoolmeestergebouw in haar geboortestreek, inderdaad op de Zandweg 17 in Wormer.
Het lezen van haar verhaaltjes maakte mij wel nieuwsgierig naar hoe ze 'in het echt' zou zijn.
Ik kwam er poosje geleden achter dat Marcel van Roosmalen haar partner is; hij is die saaie, wat slonzige vijftiger, die zonder ooit enige emotie te tonen flauwe, droge, botte grappen maakt, waarvan ik aanvankelijk niet eens begreep dat het grappen waren.
Hij heeft een podcast en tegenwoordig ook een televisie programma met Gijs Groenteman, óók al zo'n droge.
Omdat ik vanuit mijn waarnemingen beslist niet begrijp hoe een expressieve, spontane, geestige vrouw een leven leidt met deze saaie, zeurende man van middelbare leeftijd was ik benieuwd naar de dynamiek tussen die twee op het toneel.
En zo zat ik vanavond op de derde rij in de Grote zaal van Vredenburg vlak voor het podium waar het echtpaar aan een tafel plaatsnam en ons vertelde over de jaren die ze als gezin in het Noord Hollandse dorp doorbrachten, steeds duidelijker ontdekkend dat het geen succes was en dat het dat ook nooit meer ging worden.
Ze hebben het inmiddels verkocht en keren terug naar Amsterdam.
Tot mijn verbazing zat de zaal vol, ditmaal geen grijze massa (zoals meestal in de Grote zaal als er een klassiek concert is), maar opgetogen kletsende 30 tot 40 jarige stellen. Er werd veel gelachen en tot mijn verrassing lachte ik zelf af en toe mee.
Maar twee uur was best lang en mijn (voor?)oordeel werd bevestigd: hem vind ik niet en haar vind ik wel leuk en de combinatie van die twee is er een van uitersten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten