Het bracht me op het idee om eens een Masterclass appeltaartbakken van de fameuze Amsterdamse banketbakker Cees Holtkamp op YouTube te bekijken. Dat is écht slow television, heerlijk om hem bezig te zien, terwijl hij rustig alle stappen en valkuilen benoemt en uitlegt. Hij wordt bijgestaan door een studente van de Hotelschool; hij laat haar onder vaderlijk toezicht mee werken aan de presentatie.
Nou bak ik mijn leven lang al vrij succesvol appeltaarten en ben ik arrogant genoeg om vernietigend commentaar te leveren op appeltaarten van anderen (te flauw, te waterig, te saai of nog half bevroren) in cafés en restaurants tijdens wandeltochten, maar, ik leerde tóch weer bij.
Hij gebruikte bijvoorbeeld geen springvorm (dat dóen echte bakkers blijkbaar niet), maar een vorm uit één stuk. Het deeg wordt tot een lap uitgerold en zo in één keer in de vorm gedrapeerd, terwijl ik mijn deeg altijd mathematisch in stukken moet verdelen voor bodem, rand en ruitjes bovenop.
Hij liet zelfs een handige appelschil- en snijmethode zien!
Samen met het recept dat Cecilia me stuurde (zij gebruikt een boterkoekvorm, maar zij is dan ook een Holtkamp leerling), besloot ik dat vandaag ook eens zo te gaan doen.
Bij het 'monteren' van de taart, een mooie professionele term voor het ovenklaar maken van de taart die zij in de instructies beschreef (het zou me niet verbazen als die term van Holtkamp komt!) zag ik dat ze onder de appelvulling verkruimelde bitterkoekjes over het deeg verdeelt. Het neemt vocht uit de appels op én geeft een extra smaakje.
Na het bakken heb ik het taartje geabricoteerd, nóg een vakterm, voor het aanbrengen van abrikozenjam op de warme taart, zodat hij prachtig glanst.
Ik ben er helemaal blij mee. Het is een beschaafd maatje en hij ziet er lekker uit.
Vanavond bij de koffie!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten