dinsdag 5 oktober 2021

Dagje huisvrouw

Als je in een dorp als Zegveld woont hoef je écht geen abonnement op een sportschool aan te gaan. 
Ik heb met mezelf de afspraak dat ik als ik in Woerden moet zijn op de fiets ga ténzij het regent, dan krijg ik vrijstelling. Alle buurvrouwen raden me aan mezelf een elektrische fiets te gunnen, maar ik zie fietsen echt als een nuttige workout; ik fiets niet voor mijn lol. 
Vanmorgen zat ik dus bij fikse tegenwind op de fiets, horizontaal gebogen over mijn stuur en vol op de pedalen! Over de weilanden heeft de wind altijd vrij spel en zo krijg je de volle laag! Hoewel ik graag beweer dat de wind steeds zó draait dat je hem altijd tegen hebt, moet ik toegeven dat ik hem op de terugweg toch in de rug had en in een hogere versnelling kon terugfietsen.

Vorige week is de glazenwasser geweest, maar kijk hoe het er nu na een paar fikse regenbuien met een ochtendzonnetje uitziet in de keuken! Hoewel er geen eer aan te behalen viel heb ik tóch de moed bij elkaar geraapt om de binnenkant te lappen, dat waren 25 ruitjes (met de deur erbij)!

Ik paste de methode warm water met spiritus toe en daar had ik de rest van de dag plezier van, want het rook zó fris in huis! 
Ik werd er zó ijverig van dat ik het hele huis heb gezogen en de toiletten heb gesopt.

De dag eindigde in een heel andere sfeer met het bijwonen van het symposium 'Hoop sterft als laatste'.

Het ging over hoop, die er ook bij iemand in de palliatieve en zelfs terminale fase tóch vaak nog is. De hoop om te genezen blijft vaak tegen beter weten nog bestaan in de palliatieve fase, maar is bij de bewoners van het hospice altijd wel vervlogen; er kan dan nog hoop zijn om een bepaalde gebeurtenis mee te maken, nog iemand te zien, een goede dag te hebben of de hoop op een rustig sterven. 

Als hulpverlener kan je iemand bemoedigen, versterken in zijn hoop óf aanhoren, compassie hebben.
Hoop geeft kracht aan de patiënt, maar voor hulpverleners voelt het eerder als een probleem, omdat de hoop en de levensverwachting niet gelijk op gaan.
Een arts of andere hulpverlener zal de behoefte voelen iemand de realiteit onder ogen te laten zien, terwijl een patiënt de hoop nodig heeft en die veelal in de loop van zijn eindfase als vanzelf bijstelt, zijn grenzen verlegt.

De voorzitter van de avond eindigde met een citaat van iemand: "Mensen hebben hoop nodig om het ondraaglijke dragelijk te maken" 

Ik zit er op zo'n avond niet alleen als hospicevrijwilliger, maar ook als  voormalig arts (hoe deed ik dat, hoe ging ik daarmee om) en als kankerpatiënt die al door heel wat fases ging (maar na de allo SCT gelukkig niet meer in de palliatieve fase zit).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten