Nadat de eerste fase van de behandeling volgens het boekje is verlopen, voel ik me tot mijn verbazing eerder bezorgd dan opgelucht voor de maanden die gaan komen. Angst voor het onbekende, angst voor vreemde infecties en de Graft versus Host ziekte die kan optreden, óók na lange tijd. Ik krijg afweer onderdrukkende medicatie die er voor moet zorgen dat mijn lichaam de donorstamcellen niet afstoten. Die stamcellen op hún beurt kunnen ook míjn cellen afstoten en dat effect is het grootst op snelwerkende cellen van huid, ogen, slijmvliezen in mond en darm en is vaak lastig te bestrijden. Daar zal ik een balans in moeten vinden, in angst en onrust, in vertrouwen en onzekerheid en dat zal met de tijd ook wel komen.
Nu voel ik me een beetje in niemandsland. Ik sta een stap buiten het gezinsgebeuren, ik sta niet meer centraal als de patiënt die voortdurend gecontroleerd wordt, ik wil me vanuit mijn bed niet met de gang van zaken in huis bezig houden. Ik lig in bed en ik slaap voornamelijk, de mond- en keelpijn neemt snel af, ik eet minimaal want ik ben nog steeds wat misselijk en heb nergens trek in.
Marcel heeft een stapel medicijnen voor me gehaald, de bloemenman bracht bloemen, de postbode lieve kaarten en een poli schema voor de komende weken en daar moet ik het de komende tijd mee doen.
Eerst maar even geen doelen stellen en rustig ziek liggen zijn, dan volgt het herstel vanzelf als ik klaar ben voor de volgende ronde!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten