maandag 8 juli 2024

"Maar mis jij je tuin dan niet?"

"Maar mis jij je tuin dan niet?"
Hoe vaak is die vraag mij de laatste twee jaar niet gesteld! En dan kan ik naar waarheid zeggen: nee, geen moment, zonder dat ik snap hoe dat kan. 

Ik heb héél véél tijd in onze tuin doorgebracht, daar was áltijd werk te doen. 
Marcel bouwde er een nieuwe vlonder, nieuwe bruggetjes, een compostbak en een hok voor de beesten. We sloegen palen de grond in en maakten een hek rond het weitje voor de dwerggeitjes en later de schaapjes. Ik griezel nóg als ík dáár aan terug denk: ík hield de paaltjes vast en Marcel gaf er met een grote voorhamer klappen op. Volstrekt onverantwoord, een wonder dat hij nooit missloeg en mijn arm, of erger, mijn schedel brak. 

We zaagden en sjouwden met stammen en takken van omgewaaide bomen na meerdere stormen, we hakselden massa's hout en maakten bospaadjes met de houtsnippers. 
We voerden een jarenlange strijd tegen het oprukkende groot hoefblad en zaaiden er gras.
We sjouwden en schepten twee kuub mijnsteen met de kruiwagen naar achter om de tuinpaden aan te vullen en reden talloze keren met het 'bakkie van Bol' om stenen, aarde en zand aan te voeren of snoeiwerk weg te brengen

Ik leverde jaar na jaar strijd tegen  brandnetels, kleefkruid en ander ongewenst groen om stukken tuin te ontginnen en perken te maken tot ik er helemaal tevreden over was. 
De toptijd was kort voor mijn vertrek: met de schaapjes op het weitje, uitzicht op het Groene Hart, perken gevuld met planten en bloemen en een drankje op de 'bierbank' in de late middagzon.

Nu Marcel een paar weken weg is en hij me vroeg of ik 'als ik er zin in had' een keer zou willen maaien kwam ik er weer eens. 

En zo schoot ik vandaag in mijn oude rol als tuinierder. Ik heb in drie etappes al het gras gemaaid; omdat het gras al flink gegroeid was, ging het maaien héél zwaar en moest ik tussendoor de accu's tweemaal opladen.

Die wachttijd gebruikte ik om op mijn knietjes gras en onkruid met een handharkje tussen de steentjes op het pad weg te halen. En daarbij werd ik als vanouds gedreven door een fanatisme om de klus te klaren om tevreden naar het bereikte resultaat te kunnen kijken. 

Maar foei, wat was dat zwaar! Ik ben het helemaal ontwend, ik ben úren bezig geweest en wat wás er nog een hoop te doen. 

Ík was zo lief om voor hem te maaien, maar híj was zo lief om voor mij prikwater en bier in de koelkast klaar te zetten. En nu mag hij weer snel terugkomen om de regie in de tuin terug te nemen. 


De tuin in Zegveld, 'das war einmal', nu ben ik dik tevreden met mijn balkonnetje! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten