Zo zat ik vrijdagmiddag midden in een bioscoopzaal en maakte ik weer eens nadrukkelijk mee hoe anders het is een film zo te bekijken in plaats van op tv. Het is een bewuste stap de buienwereld uít en de film ín en dat effect is nóg sterker bij een bioscoopbezoek overdag.
Ik heb de laatste weken moeite mijn gedachten stil te zetten, dat lukte tijdens de film wél, ik werd volledig de film ingetrokken.
Ik zag The Whale en werd toeschouwer van het leven van een alleenstaande leraar Engels die zich door verdriet, eenzaamheid en onmatigheid letterlijk dood-eet. In de laatste fase van zijn leven zoekt hij hernieuwd contact met zijn tienerdochter, die hij, nadat hij zijn vrouw acht jaar daarvóór verliet, niet meer had mogen zien.
Zijn monsterlijke vetzucht is aanvankelijk niet om aan te zien, maar gaandeweg zie je steeds meer de persoon ín dat enorme lichaam.
Het was schokkend, beklemmend en met een verrassend mooi einde.
Een film die je nog een poosje navoelt; de stap naar buiten, het licht van de middag in, was groot.
Gistermiddag treinde ik naar Amsterdam om een keer aanwezig te zijn bij een uitvoering van de Amsterdamse Cantorij, het koor waar wandelvriendin Simone al jaren in zingt. Ze hadden een programma 'Duitse romantiek rondom Mendelssohn' en zongen in de Waalse Kerk, die op een zaterdagmiddag slechts te bereiken is door je tussen een langzaam voortbewegende meute toeristen heen te worstelen langs hasj-café's, Nutella-bars, koffiehuizen, souvenirshops en eethuisjes.
Ook hier stapte ik bij binnenkomst in de kerk een volstrekt andere wereld in. Om me heen verzamelde zich een gezelschap van grijze dames en heren, die zich tóch weer onderscheidde van de gemiddelde concertbezoeker, een beetje alternatiever. Zestigers en zeventigers die een stukje vrijgevochtenheid uit hun jongvolwassenenheid nooit helemaal zijn kwijtgeraakt. Míjn observatie dan hè.
Vóór de pauze werden christelijke liederen gezongen. De sopranen, alten, tenoren en bassen stonden soms apart gegroepeerd als de stemmen tegen elkaar in zongen en verdeeld dooreen bij andere liederen.
We konden de liedteksten meelezen in het programmaboekje, waarin de inhoud voornamelijk smeekbeden waren aan God of aanmoedigingen de Heer toe te juichen met termen als zaligheid, dienstknecht, loflied, barmhartigheid, genade, jubelzang, aanschijn en verlossing. Taal die ik met mijn gereformeerde opvoeding ken, maar niet meer 'spreek'. Hoe zou dat zijn voor ongelovige koorleden, zou dat niet vreemd zijn zulke teksten uit te spreken?
Na de pauze werden er romantische, wereldlijke liederen gezongen, waarin de natuur en de liefde bezongen werden: brede dalen, ruisende bladeren, stromende beken, het groene bos, gouden dromen, gelukzaligheid, weemoed en pijn.
Broer Gerard was er met Jeanette, haar zus zingt ook in dit koor en zij zijn als donateurs van het koor vaker bij een uitvoering aanwezig.
Ze nodigden me uit bij hen in de Jordaan mee te eten, een gezellige afronding van deze dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten