De dag begon al niet goed, geen zin om uit bed te komen, niet blij. Toen Marcel naar zijn werk vertrokken was, stond ik pas op en toen ik vervolgens de zon door de keukenramen zag schijnen werd ik niet vrolijk, maar ergerde ik me aan de smerige ramen en toog ik met een emmertje sop en spiritus aan het ramen lappen, steeds na een paar ruitjes voorovergeklapt op tafel weer op adem komend. Het maakte me zo boos en opstandig, dat voortdurend tegen mijn grenzen aanlopen bij de meest simpele en toch ook noodzakelijke klusjes. De onmacht gaf me een wanhopig gevoel, zonder vertrouwen in een goede afloop. Hoe ziet mijn toekomst er uit? Een voortdurend gevecht met mijzelf?
Nu heb ik een echtgenoot die niet graag in opdracht werkt en verzoeken pas inwilligt op een moment dat het hem past, dat maakt het ook niet eenvoudig.
In de hoop wat op te monteren in de natuur liep ik een (wat ingekort) Branderpadje, maar in plaats van te genieten van al dat moois om me heen, eindigde ik in tranen op een bankje.
Thuis kroop ik doodop in bed en viel als een blok in slaap.
Het is nu zes uur, Marcel is terug van zijn werk en staat bami te koken. Hij had een slagroomtaartje voor me meegenomen en dat was dan weer zo'n lief gebaar, dat ik de dag tóch weer wat positiever af kan sluiten.
Houdt vertrouwen en heb geduld meisje!
Xx
BeantwoordenVerwijderen